Inmaken

Inmaken is een oude bewaarmethode, waarbij je voedsel bewaart door aan je bereiding een conserverend bestanddeel toe te voegen, zoals suiker, azijn, zout, olie of alcohol. Vaak wordt deze term gebruikt wanneer er eigenlijk op Wecken wordt gedoeld. Het zijn echter 2 volledig andere bewaarmethodes.

Bij het inmaken wordt er meestal met draaidekselpotten of flessen gewerkt.

Voorbeelden van ingemaakte producten zijn:

- Suiker: confituur (jam) of siroop. Dit wordt heet in schroefdekselpotten of flessen gegoten, direct afgesloten en trekt tijdens het afkoelen vacuüm. 

- Azijn: augurken in een zoetzuur mengsel of een chutney. De groenten en/of fruit worden in een mengsel van suiker & azijn gekookt. Dit product wordt heet in glazen draaidekselpotten gegoten en zal tijdens het afkoelen vacuüm trekken.

- Zout: zuurkool. Door zout aan fijngesneden kool toe te voegen (met water), komt er een melkzuurbacterie vrij die de fermentatie start en de kool omgevormd wordt tot zuurkool die maanden goed blijft. Ook vis wordt nog regelmatig in een zoutmengsel gestoken om te bewaren.

- Olie: zongedroogde tomaatjes op olie. De tomaatjes worden onder een laagje olie bewaard, zodat er geen lucht aan kan komen. 

- Alcohol: limoncello (alcohol, gecombineerd met suiker). De alcohol hoeft niet te worden verwarmd en heeft koud een conserverende werking.