Kiemgroenten

Kiemgroenten zijn babyplanten, ook gekend als kersgroenten, kiemen, microgroenten, spruiten of spruitgroenten. Het zijn nét ontkiemde zaden die relatief veel vezels en voedingsstoffen, zoals vitaminen, mineralen en antioxidanten bevatten en amper calorieën. Naast de gekende eiwitten, koolhydraten, vitaminen en mineralen bevatten ze ook bio-actieve stoffen die de planten beschermen tegen bacteriën, virussen en schimmels. Die bescherming zet zich verder in de mens. Kiemgroenten boosten de gezondheid en verlagen het risico op chronische ziekten en bepaalde soorten kankers aanzienlijk.

Bekende kiemgroenten zijn alfalfa (luzerne), tuinkers en prei, maar de lijst wordt een pak langer met adukibonen, linzen, brassica, broccoli, gierst, groene erwten, kikkererwten, meiraapzaad, mosterdzaad, radijszaad, rode klaver, rode kool, rode biet, rucola, sango, tarwegras, taugébonen, ui kiemzaad en zonnebloempitten. 

Kiemgroenten zijn het hele jaar door te kweken, omdat ze op élk moment tot ontkieming kunnen worden gebracht. Ze groeien op 2 verschillende manieren. 

Een aantal soorten kweek je in een omgekeerde glazen bokaal, waarin de zaden 2 keer per dag worden gespoeld en ze ontkiemen dankzij de hoge vochtigheidsgraad. Overtollig vocht druipt weg via een membraan, zodat de zaden nooit té veel vocht kunnen vasthouden en zo zouden kunnen gaan rotten. Na 3 tot 5 dagen zijn de zaden gekiemd tot miniplantjes en kunnen ze in hun geheel verzameld worden. Soms zie je het zaadje nog aan het plantje hangen, maar er zijn ook andere soorten, zoals bv. taugé, waarbij er geen zichtbaar zaadje meer is bij het kiempje.

De andere groep kiemgroenten zijn de “cressen”. Dat zijn zaden die gekweekt worden op een vaste bodem. Denk maar aan de welbekende tuinkers. De plantjes blijven in de kweekbodem staan en worden afgeknipt om te oogsten.

Kiemgroenten die in het donker gekweekt worden, worden spruitgroenten genoemd, omdat ze mooi wit blijven. Denk maar aan taugé en alfalfa. Wanneer ze echter de laatste twee dagen in het daglicht worden gezet, worden zij ook groen dankzij de chlorofyl in de kiemen.

Kiemgroenten worden vaak rauw gegeten in combinatie met beleg op een boterham en als aanvulling van salades. Probeer ze echter ook eens te verwerken in wokgerechten, soepen of in een smoothie.

Je kan ze vrij gemakkelijk verschillende dagen (max. 7) bewaren in de koelkast, bij zo’n 4°C. Voeg zeker een keukenpapiertje toe op de bodem van je plastic verpakking, zodat overtollig vocht zo wordt opgenomen. 

Voor zwangere vrouwen, jonge kinderen, ouderen en mensen met een verlaagde weerstand is het aanbevolen om de kiemgroenten steeds te verhitten i.p.v. ze rauw te nuttigen.